Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Home » We moeten samen één stem vinden en naar buiten toe

We moeten samen één stem vinden en naar buiten toe

Earline-Magazine-Cover-(2023-06-07)

Het afgelopen jaar vonden verschillende partijen binnen de hoorbranche elkaar steeds meer in het aandacht vragen voor en zichtbaar maken van de impact van gehoorverlies en de noodzaak tot meer aandacht voor preventie, voorlichting, gehoorbescherming en goede hoorzorg. Het momentum was er dan ook naar. Het advies van de gezondheidsraad over de geluidsnorm bij evenementen maakte veel los en zorgde mede daardoor voor aandacht in Den Haag en veel belangstelling vanuit de (social) media. maar nu we wat verder zijn in de tijd, rijst de vraag: Hoe zorgen we dat dit onderwerp op de agenda blijft staan vanuit een positieve grondhouding? Recente rapporten van de wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waarin schrikbarende voorspellingen worden gedaan, behoeven eigenlijk nog veel meer die aandacht. maar daar ontbreekt het nog aan. Earline en NVAB gingen met vakgenoten in gesprek in Utrecht. Lees mee, alsof u zelf aan tafel zat.

  • – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Moderator Anneke Pastoor – Tekst Liesbeth Immink – Beeld Miranda Becker Hoff

AAN TAFEL

Carmen de Jonge voorzitter NVAB

Dyon Scheijen klinisch fysicus – audioloog Adelante Hoensbroek

Wil Verschoor directeur Stichting Hoormij

Roy Boers salesmanager Audiology Comfoor/Akouz/Pluggerz

Stephen Emmer (virtueel) eigenaar Stephen Emmer Media Music, oprichter Artists Against Tinnitus, Foundation- en ervaringsdeskundige.

  • – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –

Wil Verschoor

Problemen met het gehoor worden wat mij betreft, ook binnen onze sector, nog te veel als een probleem van de hoorbranche gezien. Ik zie het juist als een maatschappelijk probleem. Als je niet meer mee kunt doen omdat je slecht hoort, moe bent, geen concentratie hebt, of als je je steeds meer terugtrekt omdat je bijvoorbeeld geen feestjes meer vol kunt houden, dan heeft dat ook een enorme maatschappelijke impact. Volgens de meest recente cijfers hebben we te maken met een brede doelgroep van 3,3 miljoen mensen met gehoorklachten: 1,3 miljoen slechthorenden en naar schatting 2 miljoen mensen met tinnitus. Dat zijn enorme aantallen, die door de vergrijzing alleen maar toenemen.

In het Sociaal Domein is men zich daar nog onvoldoende van bewust. Veel mensen lijken nog te denken dat je bij problemen met je oren gewoon naar de audicien gaat, zoals je voor een bril naar de opticien gaat, en dat daar alles mee is opgelost. Maar zo werkt het niet. We hebben echt met een groot maatschappelijk probleem te maken en dat is de boodschap die we breed moeten uitdragen, zodat meer mensen zich achter ons kunnen scharen en we meer kunnen bereiken.

Roy Boers

Daar ben ik het mee eens; daarmee brengen we het thema verder. Gehoorbescherming valt volgens Europese
wetgeving in categorie 3, de hoogste risicocategorie voor persoonlijke middelen die beschermen tegen mogelijke ernstige of onomkeerbare schade aan de gezondheid. Het verbaast me dan nog wel dat we, als maatschappij, oordoppen nog steeds niet zien als iets wat we nodig hebben. Net zoals zonnebrandcrème of een veiligheidsgordel. Ik vind dat we dat meer top-of-mind moeten maken, dat het heel normaal is om gehoorbescherming te dragen. Het is natuurlijk mooi dat de norm bij het maximale geluidsniveau voor veilig luisteren dankzij het advies van de Gezondheidsraad wellicht wordt verlaagd van 103 naar 100 dB, maar dat is alleen nog maar het begin van een mogelijke oplossing.

Carmen de Jonge

Er liggen inmiddels mooie rapporten over de maatschappelijke impact van gehoorverlies, over hoeveel geld het de samenleving kost en om hoeveel mensen het gaat, maar wat het met die mensen dóét, dat is wat mij betreft nog onvoldoende bekend. Bijvoorbeeld dat Stephen door tinnitus en duizeligheid liever in Amsterdam blijft en online bij dit gesprek aansluit, omdat een reis naar Utrecht te veel voor hem is; zo zijn er tal van aspecten bij ernstige gehoorklachten die nu nog onderbelicht blijven.

Wat me opviel, toen we onlangs bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan tafel zaten om over dit thema te praten, was dat ze daar vooral dachten dat we over de Arbo-norm wilden praten. Maar wat wij juist wilden zeggen, was: besef dat er in de beroepsbevolking een steeds groter aandeel mensen ontstaat dat door gehoorverlies problemen krijgt op het werk. We moeten het hebben over de impact die gehoorschade heeft op hun leefwerelden. We hebben te maken met een stille ramp; in 2050 heeft één op de vier mensen last van gehoorproblemen. Daarom moeten we naar buiten toe, niet alleen binnen de hoorbranche elkaar overtuigen met allerlei onderzoeksresultaten, maar juist met andere maatschappelijke sectoren aan de slag; inzichtelijk maken wat er gebeurt als iemand gehoorverlies heeft en acties ontwikkelen, zodat hier beter mee omgegaan wordt. In preventieve zin, en ook om mensen te helpen mee te blijven doen.

Dyon Scheijen

Bewustwording is inderdaad een belangrijke stap, ik denk ook wel de eerste stap. Laatst mocht ik een pitch geven tijdens een bijeenkomst van het Netwerk InnoInnovatie van de Federatie Medisch Specialisten. Het thema was het belang van preventie en leefstijl om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Als klinisch fysicus – audioloog mocht ik spreken over preventie van gehoorklachten, maar weet je wat ik als eerste heb gedaan? Mijn toehoorders er bewust van maken hoe belangrijk het gehoor is in onze maatschappij, want dat besef heb je nodig om vervolgens te voorkomen dat er grote problemen ontstaan. En mag ik trouwens nog even kwijt dat ik het woord ‘gehoorbescherming’ eigenlijk maar een slechte benaming vind? Door de nadruk op ‘bescherming’ maken we mensen bang en bij sommigen kan die angstcomponent gaan overheersen, iets wat ons niet verder helpt.

Wil

Mooi dat het nu gaat over bewustwording, want zeker bij de jongeren tot 15 à 16 jaar is er veel meer bewustwording nodig. Te hard geluid en gehoorverlies is in die groep vaak nog een taboe. We zijn er bij Stichting Hoormij inmiddels achter dat peers die één à twee jaar verder zijn de enigen zijn waar jongeren naar luisteren: mede-jongeren die nét een stapje meer ervaring hebben. Dat is een hele smalle groep en daar zoeken wij nu steeds meer naar. Ook met ons project Hoormaatjes proberen we zo dichter bij onze doelgroep te komen. Een ervaren hoortoestelgebruiker kan een beginner adviseren en de drempel verlagen. We zien dat dat werkt.

Stephen Emmer

Waar Wil nu op koerst, op de kwestie van ‘credible ambassadeurs’ zoeken én vinden, dat gaat ook op in de muziekwereld. Alleen is het daar nog niet zo makkelijk. Veel artiesten durven niet met hun gehoorproblemen ‘uit de kast’ te komen, omdat er angst heerst dat het hun carrière kan schaden. En dat stagneert de koppeling naar ambassadeurs vanuit de eigen beroepsgroep.

HET BESTELLEN VAN OORDOPPEN MOET BIJ CONCERTEN EN OP FESTIVALS NET ZO NORMAAL WORDEN ALS HET BESTELLEN VAN EEN BIERTJE

Carmen

Maar toch, wat ik het afgelopen jaar over het algemeen wel zag, is dat er steeds meer mensen over hun eigen slechthorendheid durven te praten en schrijven. Wil en ik vingen steeds vaker geluiden op van ‘hé, dat heb ik ook’ of ‘wat goed dat dit wordt verteld’. Wat ik trouwens nog wel ingewikkeld vind, is dat we altijd positief formuleren. We willen mensen niet afschrikken, zoals Dyon al aangaf, en geen angst creëren door de gevaren van te hard geluid te benoemen.

We moeten de hype voorbij!

Aan de andere kant is het wel zo dat mensen nu zonnebrandcrème gebruiken, omdat ze ook gewaarschuwd worden voor huidkanker. Als vakgenoten moeten we erover nadenken of we inderdaad altijd positief moeten communiceren of dat die grote waarschuwing er toch wel bij hoort. Voor mij is dat oprecht een dilemma, want als straks een kwart van de bevolking elkaar niet meer goed kan verstaan, dan zitten we met een fors probleem. En ik wil wél dat de overheid nú nadenkt over de vraag welk beleid daarbij hoort. Ik wil niet dat de Tweede Kamer dit onderwerp als een hype ziet, als een vinkje dat straks ook weer is afgetekend. Die stille ramp, die 3,3 miljoen mensen die problemen gaan krijgen: daar moet meer aandacht voor komen. We moeten de hype voorbij!

Dyon

Dit onderwerp moet absoluut op de agenda blijven, ik maak mij daar dagelijks hard voor. En heel veel partijen gaan gelukkig al in de goede richting. Maar we moeten wel zorgen dat we samen één stem kunnen vinden en dat mag best wat officiëler en minder incidenteel dan nu het geval is. We streven volgens mij allemaal hetzelfde na.

Stephen

Ik denk dat we met deze ‘Rondetafel’ wat mij betreft de voorlopige ‘lead-coalitie’ hebben om dit soort dilemma’s goed onder de aandacht kunnen brengen en blijvende bewustwording te creëren. Maar we moeten wel waken voor doublures. Ik zou ervoor pleiten meer gezamenlijk op te trekken en daarbij te zoeken naar onderlinge coördinatie, zodat bij andere partijen de irritatiefactor niet op gaat spelen en we partijen niet onnodig van ons vervreemden.

Dyon

Die ‘peer to peer’-benadering die Wil noemde, is iets wat we heel goed samen kunnen oppakken. Tijdens de netwerkbijeenkomst van de Federatie Medisch Specialisten kwam het voorbeeld van de longartsen voorbij. Hebben jullie hun TikTok-filmpjes in het nieuws gezien? Hun missie is om jongeren van het ‘vapen’ af te krijgen, omdat te veel jongeren nog ten onrechte denken dat ‘vapen’ de gezonde variant van roken is. Na uitgebreid onderzoek hebben ze ervoor gekozen de influencers op TikTok aan te spreken, want zij zijn degenen naar wie de eigenlijke doelgroep luistert; zij zijn de peers. Op het moment dat die influencers je ambassadeurs worden, creëer je een drietrapsraket van boodschapper naar influencer naar eigenlijke doelgroep, een keten van invloed. Zoiets kunnen wij ook doen.

Stephen

Ja, het helpt natuurlijk wel degelijk als influencers of BN’ers zich uitspreken, maar er kleeft ook het gevaar van korte termijnrisico’s aan. Ik merk het bijvoorbeeld nu al aan de talkshow redacties. Als ik daar aanklop, krijg ik tegenwoordig de reactie: ‘Dat onderwerp hebben we al gehad’. Ik ben daar dus iets cynischer over geworden. Ik denk daarom dat je vooral met eigen media moet gaan werken. Zo’n plan wordt dan misschien uit nood geboren, maar als we continuïteit nastreven in dit debat, dan moeten we misschien samen een Podcast of YouTube-kanaal beginnen.

Carmen

Dat vind ik een interessante gedachte, omdat je dan ook gecoördineerd met elkaar kunt communiceren naar
verschillende doelgroepen toe.

Stephen

Precies. Ik vergelijk ons maar even met een omroep. Je hebt de KRO-NCRV, de AVROTROS en noem maar op.
Maar er moet nog een NPO komen voor onze communicatie.

Carmen

Ik merk dat het best een uitdaging is om de kring van mensen die snappen waar het over gaat groter te maken. We zouden wat mij betreft meer moeten kijken naar de professionals die dicht op de mensen zitten, die net wel of nog net geen gehoorschade hebben. Dat is ook een vorm van ‘peer to peer’. Zo is de NVAB onlangs samen met Stichting Hoormij en de ‘andere NVAB’ [Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, red.] een project gestart met de bedrijfsartsen. Samen willen we bij negen werkgevers in de zorg, het onderwijs en de autobranche de geluidsomgeving in kaart brengen om vervolgens met de betrokken bedrijfsartsen die omgeving en eventuele gehoorproblemen van medewerkers te verbeteren.

De bedrijfsartsen hebben sinds drie jaar een richtlijn over tinnitus en slechthorendheid…

…maar zo’n richtlijn implementeren blijkt een enorme uitdaging. Met deze pilot hopen we daar een bijdrage aan te leveren. Zo brengen we onze kennis dichter bij de mensen die daar in hun sector iets mee kunnen.

Stephen

Dat proberen we ook vanuit de Artists against Tinnitus Foundation, de stichting die ik een half jaar geleden heb opgezet en waarbij we het perspectief vanuit de artiestenhoek hebben gekozen. We kijken wat we kunnen bijdragen op creatief gebied, maar spreken ook onze sector aan op eigen verantwoordelijkheid, dat is onze tweezijdige missie. We zoeken samenwerking met orkestmanagers, leidinggevenden en Arbo-mensen om te kijken wat we voor artiesten en musici kunnen verbeteren, én voor ons publiek.

We promoten gehoorbeschermers op een nieuwe manier…

…onder andere via de zalen en poppodia. Zo is TivoliVredenburg ingegaan op ons voorstel om gehoorbescherming in hun interne communicatie mee te nemen. Je kan daar nu via de website, het ticketing systeem, in de zaal en bij de bar oordoppen bestellen. Het moet net zo normaal worden als het bestellen van een biertje. We hopen dat de rest van de zalen volgt. We zijn al in gesprek met Paradiso, het Muziekgebouw aan ‘t IJ, Het Koninklijk Concertgebouw, Melkweg en bij Flux in Zaandam willen ze iedereen bij binnenkomst zelfs gratis oordopjes aanbieden voor eenmalig gebruik.

Wil

Dat zijn fantastische stappen Stephen! En ook wat Carmen noemde, het project bij die negen organisaties: dáár verbreden we het onderwerp. We kijken niet alleen naar mensen met gehoorverlies, maar naar iedereen die last heeft van geluid op de werkvloer. Dat kunnen ook mensen zijn met een goed gehoor, die doodmoe worden van alle geluiden in hun kantoortuin. Dat maakt de doelgroep een stuk groter en hopelijk daalt het dan ook sneller bij mensen in dat je echt last kunt hebben van geluid. We hopen dat mensen vervolgens gaan zeggen: ik ben nú nog niet slechthorend, maar ik wil wel dat mijn werkomgeving verbetert.

Roy

Dat is mooi, want we praten heel veel over preventie, maar hiermee zit je ook aan de preventiekant. We hebben veel data, maar we missen ook nog heel veel data. Dus op het moment dat we bij machte zijn al die professionals in te zetten, dan krijgen we ook eindelijk de data waar we op zitten te wachten.

Carmen

We weten al tijden dat slecht horen en werken een lastige combinatie is. We weten ook al tijden dat als mensen beginnende dementie hebben én slecht horen, dat het dan sneller bergafwaarts met ze gaat. Ik heb laatst de richtlijnen van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) erop nagekeken en daar staat keurig in beschreven dat mensen met beginnende dementie-klachten ook een gehoortest moeten doen. Toch gebeurt dit nog nauwelijks! Ook daar ligt dus nog werk voor ons: ik blijf het zeggen, we moeten naar de professionals toe, in dit geval de huisartsen. Wellicht dat een gezamenlijke, gecoördineerde mediastrategie op dit vlak ook zou helpen.

Dyon

‘In 2050 heeft zo’n 25 procent van de bevolking met gehoorverlies te maken’

Dankzij de twee recente WHO-rapporten zitten we in een goede tijd om het onderwerp op de agenda te houden.
Het is voor de beroepsgroep, de verenigingen en patiëntenorganisaties nu een heel duidelijk gegeven dat in 2050 zo’n 25 procent van de bevolking met gehoorverlies te maken heeft. Ook onderkennen we allemaal de risico’s voor jongeren op gehoorklachten ten gevolge van luide muziek, vooral in de groep tussen 12 en 35 jaar. En ‘mild hearing loss’ speelt vooral bij 55-plussers, zowel in werk- als privésituaties. Hoe zorgen we dat dit verhaal bij een groter publiek blijft hangen?

Wil

En hoe brengen we blijvend onder de aandacht hoeveel het ons kost als we niks doen? Ook dat is interessant.

Carmen

‘Het gaat om ongeveer 5,8 miljard euro.’

Op zich is dat natuurlijk allemaal al berekend; het gaat om ongeveer 5,8 miljard euro. De helft van dat bedrag is gebaseerd op kwaliteit van leven, maar de definitie daarvan is heel persoonlijk en het signaal vanuit de overheid is al snel dat het zorgbudget daarvoor niet toereikend is. De andere helft van dat bedrag is gebaseerd op werk. Vandaar ook dat we naar die werkvloer toe moeten. Mijns inziens zou het heel goed zijn als er een periodieke screening zou komen voor iedereen van 50 jaar en ouder. Dat zou veel leed op de werkvloer kunnen voorkomen.

Stephen

Zo’n verplichte 50-plus screening, dat is wel een gok. Dat heeft namelijk communicerende vaten met de angst om je baan kwijt te raken. Er zit nog een duidelijke taboe-kant aan.

Carmen

Maar als je zo’n screening vroegtijdig preventief inzet en men ziet dat je daardoor tijdig kunt ingrijpen waardoor mensen langer hun vak kunnen uitoefenen, dan is het misschien wel iets wat we voorzichtig met z’n allen kunnen neerzetten. We mogen tenslotte allemaal tot ons 67e doorwerken.

Wil

Dan komen we toch weer uit op de vraag hoe we elkaar binnen de sector kunnen versterken en hoe we elkaar vast kunnen houden, ook na afloop van dit gesprek. Welke stappen kunnen we gezamenlijk zetten naar andere beroepsgroepen toe? Welke initiatieven zijn er? Hoe komen we verder en hoe vinden we de politiek?

Roy

‘Zo vond ik het bijvoorbeeld ontzettend jammer dat Koninklijke Horeca Nederland niet aan tafel zat bij de besprekingen.’

We moeten vooral niet over, maar mét alle partijen blijven praten. Zo vond ik het bijvoorbeeld ontzettend jammer dat Koninklijke Horeca Nederland niet aan tafel zat bij de besprekingen over de geluidsnorm en gehoorschade tijdens het preventie-debat in Den Haag eind maart. We moeten de verbinding blijven zoeken. Wat dat betreft sta ik ook wel in tweestrijd nu het derde convenant over decibellen en geluid verlopen is. Moet er weer een convenant komen of moet het geluidsniveau gereguleerd worden door politiek en wetgeving? Bij dat laatste zullen veel mensen mogelijk hun hakken in het zand zetten, nog even los van de mogelijkheid of het allemaal beheersbaar en handhaafbaar te krijgen zou zijn. Ik zie persoonlijk nog steeds het liefst een convenant, maar het moet er dan wel eentje zijn die klinkt als een klok.

Carmen

Ik kreeg toevallig vanmorgen een reactie van een Kamerlid die best een keer door wil praten over de adviezen van de Gezondheidsraad en wie weet… ook onze wens om het debat breder te trekken.

Dyon

Weet je wat we misschien moeten doen? Een heel goed symposium organiseren. Door kennis te delen houden
we mensen tegelijkertijd een spiegel voor. Dat biedt ook tijd en ruimte om onze drive goed over te brengen, onze overtuiging dat er iets moet gebeuren. Deelnemers zijn dan de hoorsector, bedrijfsartsen, huisartsen, kno-artsen, ervaringsdeskundigen, muzikanten, patiëntenorganisaties etc. De stap die we daarna dan kunnen zetten, is het voorlichten van individuele personen.

Carmen

Dat is een mooi idee! Ik denk dat we inderdaad een paar stappen te pakken hebben die we gezamenlijk kunnen
zetten. We moeten de professionals die aan de andere kant zitten bereiken, en volgens mij hebben we de politiek daarbij nodig. Niet zozeer voor wetgeving, maar wel om anderen bewust te maken dat we met een maatschappelijk probleem te maken hebben. Dus die Tweede Kamerleden met wie Wil in contact is, die kunnen dan mooi op dat symposium aanschuiven. We moeten stoppen met denken vanuit horen en juist gaan denken vanuit combinaties met horen: muzikant & gehoor, ouder worden & gehoor, werk & gehoor.

SCHERMEN IN JE EENTJE LEGT TOCH MINDER GEWICHT IN DE SCHAAL DAN SCHERMEN MET EEN SERIEUZE DELEGATIE

Wil

Precies! We moeten het probleem specifieker maken naar de bewuste doelgroepen toe en stoppen met denken
vanuit onszelf. We hebben de politiek en heel veel sectoren mee, dus de hoorzorg moet nu over zijn eigen schaduw heen stappen. We werken aan een maatschappelijk probleem, het gaat niet om onze concurrentiepositie.

Stephen

Volgens mij kunnen we ons beraden op een intentieverklaring van samenwerking, die we vervolgens kunnen
gebruiken als hefboom bij het benaderen van mensen. Want simpel gezegd: schermen in mijn eentje legt toch minder gewicht in de schaal dan schermen met een serieuze delegatie.

Reageren op dit gesprek? Eens met zaken of helemaal niet? Zelf een goed idee of een mooie anekdote delen? Of volgende keer meepraten over een ander onderwerp? Mail naar anneke.pastoor (at) ltmedia.nl

[Earline Magazine – Liesbeth Immink – 7 Juni 2023]