Met een nieuwe wet moeten festivalorganisatoren en uitbaters van clubs en discotheken gedwongen worden hun volumeknop terug te draaien, om gehoorschade bij het publiek te voorkomen. Daarop dringt nu ook de vereniging van keel- neus- en oorartsen aan. Dat zou betekenen dat ook de horeca de muziek zachter zal moeten zetten.
“Tot nu toe heeft de horeca vrij spel gehad”, licht Henri Marres, voorzitter van de Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde toe. De afgelopen jaren zijn er samen met het ministerie van Volksgezondheid en de branche afspraken gemaakt over een bovengrens aan het aantal decibellen dat er uit de speakers mag komen. Want hoe hoger het aantal dB’s, hoe groter de kans op gehoorschade.
Deze afspraken zijn vastgelegd in een convenant dat in 2018 is opgesteld. “De grote uitblijver bij de ondertekenaars van dit convenant is de Koninklijke Horeca Nederland”, aldus Marres. Maar als er een wettelijke norm komt voor het maximum aantal decibellen, moet ook de horeca eraan geloven.
In navolging van het convenant wordt nu een norm van 103 decibel gehandhaafd, maar bij deze grens is ervan uitgegaan dat mensen gehoorbescherming dragen. Volgens de WHO is een maximum van 100 dB een betere bovengrens, ook met oordopjes. 3 decibel minder lijkt weinig, maar in de muziekwereld betekent dit een halvering van het geluid. Ook volgens de voorzitter van de kno-vereniging zou 100 dB een goede grens zijn: “De WHO heeft die norm goed onderbouwd en daar conformeren wij ons als verenging ook aan”.
Wetgeving om paal en perk te stellen aan harde muziek zit mogelijk ook in de pijplijn bij het ministerie van VWS. Een woordvoerder bevestigt na berichtgeving van het AD, dat staatssecretaris Van Ooijen een advies van de Gezondheidsraad over dit onderwerp wil afwachten. Er zal gekeken worden naar een verlaging van de norm van 103 naar 100 decibel en naar de vastlegging daarvan in een wet. Het advies hierover verschijnt naar verwachting in november.
Calvin Eijpe, ook bekend als DJ Fenomeno, begrijpt wel dat er gevraagd wordt om het terugdraaien van de volumeknop, ook in de horeca: “Het is gewoon gevaarlijk als de muziek te hard staat”. Hij kan het weten, de dj kreeg 5 á 6 jaar geleden last van tinnitus, een vorm van gehoorschade waarbij je meestal een hoge piep hoort. “In het begin van mijn carrière ging ik nooit verstandig met mijn oren om”, vervolgt Eijpe. “Daardoor is het gekomen, denk ik.” Hij heeft ermee leren leven maar “in het begin had ik er echt zwaar mee. Ik dacht echt van: hoe nu verder met mijn carrière? Mijn oren zaten aanvankelijk echt helemaal dicht.”
Geschat wordt dat 10 á 20 procent van de bevolking last heeft van tinnitus. Calvin Eijpe gebruikt tegenwoordig speciale oordoppen voor muzikanten, om zo zijn gehoor te beschermen. “Daarvoor had ik ook wel dopjes, maar die deed ik tijdens de show altijd uit. Ik miste toch een beetje de beleving. De doppen die ik nu heb zorgen ervoor dat ik het feest toch bijna helemaal meekrijg.”
En die beleving tijdens het uitgaan is precies de reden waarom de KHN, de branchevereniging voor horecazaken, tegen een wettelijke normering is: “In de horeca zal het zachter zetten van de muziek ten koste gaan van de beleving. De bezoekers blijven dan weg en gaan naar andere plekken om harde muziek te beleven.”
Veel horecaondernemers die de NOS gesproken heeft, vinden een bovengrens van 100 dB onbegrijpelijk. Zij zeggen dat 100 decibel echt te zacht is: “Hiermee valt de beleving helemaal weg, je moet de muziek echt kunnen voelen”, is hun argument. Ze zijn bang dat klanten bij dit geluidsniveau weglopen. Daarnaast beschouwen zij het als de eigen verantwoordelijkheid van het publiek om oordopjes in te doen.
Voor voorzitter Marres van de Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde is het klip en klaar: “Van 103 naar 100 decibel betekent 50 procent minder kans op gehoorschade als je geen oordoppen draagt”. Nodig dus, volgens hem, “want veel mensen dragen die nog niet”.