De internationaal gerenommeerde componist Stephen Emmer, maker van honderden bekende televisieleaders, komt na jaren van stilzwijgen ‘uit de kast’ als tinnitus patiënt – hij heeft een piep in zijn oor en ernstige gehoorschade. De 64-jarige muzikant wil een app lanceren waarin luidruchtige restaurants vermeld staan. En hij wil samen met artiesten van over de hele wereld een actiegroep beginnen.
Emmer richt zich rechtstreeks tot Nederlandse artiesten en musici. “Sluit je aan bij mijn actiegroep en doe mee om deze epidemie te stoppen.“
De ‘coming-out’ van Stephen Emmer, winnaar van tal van muziekprijzen, is uitzonderlijk in de (Nederlandse) entertainmentindustrie. Tinnitus, beter bekend als oorsuizen, is een onzichtbare aandoening waar nog altijd geen medicijn voor is. Patiënten moeten er zelf mee leren leven. Erover praten is lastig, omdat het bij sommigen de klachten juist verergert. Artiesten zijn op hun beurt bang om klussen te verliezen, omdat er veel onwetendheid en onbegrip is over de aandoening.
Stephen Emmer, ridder in de Orde van Oranje-Nassau, maakt zich grote zorgen over ons gehoor. We spreken hem in zijn herenhuis in Amsterdam, vlak achter het Concertgebouw. ,,Ik kom daar bijna niet meer”, zegt Emmer ‘met pijn in zijn hart’. ,,Ik ben half doof en kan dat niet meer.” In de hoek van de kamer staat een gitaar. De ramen zijn van dubbelglas. ,,Er komt van buiten zo’n enorm lawaai. Dat trek ik niet meer.” De zoon van de in 2019 overleden nieuwslezer Fred Emmer vindt troost in zijn muziek. ,,Ik componeer nog steeds en kennelijk nog steeds zo goed dat ik er internationale prijzen win, maar naar optredens van anderen ga ik bijna niet meer.”
“Ik beschouw dit gesprek als mijn coming-out. Ik wil mij niet langer schamen, wat ik lange tijd heb gedaan. Het taboe dat op gehoorschade rust moet doorbroken worden. De schaamte die mensen hebben, moet verdwijnen. Wat we nu zien is dat musici er amper voor uit durven te komen. Via via weet ik dat ongeveer één derde van het Koninklijk Concertgebouworkest tinnitus heeft. Al die mensen durven het niet tegen hun dirigent te zeggen, omdat ze bang zijn hun baan te verliezen. Dat moet veranderen.”
“In onze industrie heerst de opvatting: die man heeft een piep in zijn oor, die zal wel niet meer zo goed zijn in zijn muziekvak. Ik neem dus een risico, maar ik vind het het waard. Dit is het perfecte moment om ervoor uit te komen. Want het is alle hens aan dek. Gehoorschade wordt een van de volgende epidemieën die wereldwijd zal toeslaan.”
“In mijn geval deed tinnitus er 20 jaar over om uit te groeien tot de ernstige ziekte die het nu is. En ja, het ís een ziekte! Vergelijk het met diabetes of kanker. Ik zet het expres zwaar aan, omdat het net zo kan sluimeren als die andere ziektes. Als het zich gaat manifesteren, is er geen weg meer terug. Tinnitus is niet langer een probleem van alleen de artiest, maar van ons allemaal. Die verschuiving die nu gaande is, is echt iets van de laatste jaren.”
“Ik werd wanhopig. Ik wilde dat het wegging en greep elke behandeling aan. Ik weet nog dat ik bij een instituut een boek zag liggen met de titel ‘nooit meer stilte’. Ik was de hele dag depressief toen ik dat zag. Nooit meer stilte. Ja, inderdaad.”
Emmer valt even stil: “Het doet mij nog altijd verdriet, maar ik kan er mee leven. Het is mij niet gelukt om vrienden te worden met die tinnitus. Ik zie hem nu als een te gedogen medebewoner in mijn hoofd.”
“Diepere rust! Ik heb moeite om in slaap te komen en daardoor ben ik vaker moe en onrustig. Overdag ben ik – onbewust – van alles aan het opvangen. Dat is slopend. Je bent helemaal op jezelf aangewezen en zult je eigen weg moeten vinden. Ik deed dat door met artsen en therapeuten te praten. Dat was fijn, maar die hulpverlening staat nog in de kinderschoenen. Vervolgens kwam ik uit bij alternatieve hulpverleners, zoals acupuncturisten. Voor ik het wist lag ik ergens op de Flevopolder in een ruimte vol met geurkaarsen. Daar had een vriend van mij nog voor gewaarschuwd. En daar lag ik dan…”
“Het was een lieve daad van een wanhopige. Je wilt er alles aan doen om het te stoppen. Toen ik net een maandje tinnitus had zei ik tegen mijn toenmalige partner: ik hoop niet dat ik zo de Kerstmis in moet. Ik kan het me niet voorstellen dat het me gaat lukken. Ik zat echt in een hoekje te huilen, van pure wanhoop. Ik weet nog dat ik in een therapiegroep zat met soortgenoten. Er was een man die elke bijeenkomst zei dat hij het niet meer aankon. Later hoorde ik dat hij de hand aan zichzelf had geslagen. Ik vertelde dat aan mijn kinderen en die begonnen te huilen. ‘Papa, ga je dat nu ook doen?’, zeiden ze.”
“Godzijdank niet. Maar eenzaam was het voor mij zeker. Tinnitus is onzichtbaar, het is voor een ander niet hoorbaar. Je moet zelf je weg vinden: hoe kan ik hiermee omgaan? Dat is geen prettig gevoel, dat je het met niemand kan delen die het écht begrijpt. Er is veel onbegrip bij je omgeving.”
“Ik wil een app lanceren waarin luidruchtige restaurants vermeld staan én ik wil samen met artiesten van over de hele wereld een actiegroep beginnen. Het zal ‘Artists against tinnitus’ gaan heten. We beginnen in Nederland, en via mijn internationale contacten hopen we de wereld over te gaan. Denk aan een soort Life Aid, waarbij we belangeloos muziek gaan maken. Ik heb echt de ambitie om dit op de maatschappelijke agenda te krijgen. Ik kan niet langer zeggen: ik ben ervaringsdeskundige en ik ga nu lekker tv kijken.”
“Ik ben het levende bewijs dat het kan! Ik hoop dat dit interview de twijfelaars over de streep trekken. Ik doe een oproep aan alle artiesten om zich bij mij te melden en samen de strijd aan te gaan. Dat zal zeker voor wrijving zorgen, maar ik geloof in een sneeuwbaleffect. Het is net zoals met suikerziekte: anno 2022 weten we hoeveel suikerklontjes er in een patatje zit. Dat inzicht moet ook komen over gehoorschade. Als dat gebeurt, zal deze generatie dit probleem net zo serieus nemen als het klimaat.”
Heel lang nadenkend. “Iedereen moet zijn steentje bijdragen. Het zou jammer zijn als het zich toespitst op een gevecht tussen de overheid en de evenementenmakers. Zij zijn niet de schuldige. De focus ligt nu heel erg op liveconcerten, maar dat is onterecht. Er is een andere belangrijke bron en dat zijn die verdomde earpods. Wat daar gebeurt, die directe geluidsoverdracht naar ons gehoorcentrum zonder filter, is echt zeer zorgwekkend. En dat is nu mijn hele punt: we moeten méér aan voorlichting doen, voor het te laat is.”
Stephen Emmer is componist, producer, arrangeur en muzikant, gespecialiseerd in het componeren van muziek voor tv- en radioprogramma’s, film en documentaires. Emmer, zoon van voormalig nieuwslezer Fred Emmer, is al vanaf de jaren zeventig bezig met muziek. Hij zat in de Nederlandse band Minny Pops en werkte met tal van internationaal bekende artiesten.
Als eerste fulltime mediacomponist van Nederland heeft hij honderden tunes op zijn naam staan, van de ‘leaders’ van het NOS Journaal, RTL Nieuws en RTL Boulevard tot en met de jingles van televisiequizzen als Waku Waku en Per seconde wijzer. Elke dag horen miljoenen Nederlanders zijn tunes. ,,Het is een onvrijwillige luisterervaring’’, aldus Emmer.
Gedurende zijn loopbaan verwierf hij de bijnaam ‘seven-minute-man’, omdat er iedere zeven minuten wel een tune van hem te horen was op radio of televisie. ,,Hij is zonder twijfel een van de meest succesvolle Nederlandse componisten”, aldus managing director Frank Helmink van Buma Cultuur. ,,Zijn tunes zijn herkenbaar en vervelen niet. Iedere Nederlander heeft wel eens een tune van hem gehoord.”
[Bron : AD – Redactie]